Het lot van een dokwerker

Kranen op het Kempisch dok in de haven van Antwerpen - Illustratie bij de blogpost 'Het lot van een dokwerker' uit de blog Eva's Boom

Mijn betovergrootvader Joseph Debondt was dokwerker. Dat wist ik niet. Ik heb nooit over hem horen vertellen. Zijn pijnlijk en abrupt levenseinde is niet een verhaal dat zijn echtgenote en mijn betovergrootmoeder, Sophia Goris, graag zal hebben doorverteld. Maar nu, zo’n 120 jaar later, laat ik je mee zijn verhaal ontdekken. Het lot van een dokwerker.

Dokwerker

Als havenarbeider laadde en loste Joseph Debondt de schepen aan het Kempisch dok. Vroeger werd een dokwerker ook een ‘buildrager‘ genoemd. Het laden en lossen van schepen was hard labeur. Alle vracht van de schepen moest met de hand aan en van boord gebracht worden. Dit soort werk bracht ook gevaren met zich mee: zware vrachten, schadelijke stoffen, valrisico’s, … In het begin van de 20e eeuw was er immers nog geen sprake van gereguleerde veiligheidsmaatregelen zoals nu.

De Buildrager (1885) van Constantin Meunier - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
De Buildrager (1885) van Constantin Meunier, symbool voor de havenarbeiders

Joseph, voluit Josephus Henricus Debondt, trok op zaterdag 17 januari 1903 naar het Kempisch dok aan de Antwerpse haven. Dat deed hij elke dag, waarschijnlijk al van vlak voor zijn huwelijk in 1897 met Sophia Goris. Nochtans was hij voorbestemd om als landbouwer zijn leven op te bouwen in zijn Ranst, waar hij was opgegroeid. Zijn vader was immers landbouwer, net als zijn grootvader en zijn drie broers. Maar hij had nu eenmaal zijn Sophia leren kennen in Antwerpen die er toen als dienstmeid werkte en de grote stad had veel werkgelegenheid te bieden. Joseph kende zijn vak en werkte intussen al 6 jaar als dokwerker.

Luchtfoto Antwerpen, Kempisch dok - Maasstraat - Illustratie uit Eva's Boom
Joseph Debondt woonde met zijn gezin in de Maasstraat 37 (1), zo’n 1,5 km van zijn werkplek aan het Kempisch dok (2) – Luchtfoto Antwerpen – Bron: Geopunt

Het Kempisch dok

Sophia en Joseph woonden in de Maasstraat 37, vlak aan de haven van Antwerpen. Het was voor Joseph slechts een 1,5 km of een goede 20 minuten te voet van bij hem thuis naar het Kempisch dok, waar hij werkte. Zoontjes Petrus Joannes (“John”, mijn overgrootvader) en Petrus Theodorus waren respectievelijk 5 en 4 jaar oud. Een derde kind werd in de loop van de lente verwacht.

Het Kempisch dok - Een geloste lading wordt overgeladen in treinwagons - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Het Kempisch dok – Een geloste lading wordt overgeladen in treinwagons

De Spaanse stoomschip Gorbea was eergisteren, donderdag 15 januari 1903, aangekomen aan in de Antwerpse haven en aangemeerd aan het nummer 39 van het Kempisch dok. Het schip kwam van Huelva, Spanje, en zijn vorige halte was Londen. Joseph Debondt en zijn collega-kaaiwerkers moesten de lading met ijzererts lossen.

Tijdens het lossen gebeurde er wat nooit zou mogen gebeuren.

Tijdens het lossen van de Spaanse steamer Gorbea, rond half vier in de namiddag, gebeurde er wat nooit zou mogen gebeuren. De ketting van een kraan die op het schip stond opgesteld om goederen uit het ruim te halen, brak. Een bak met 1500 kg ijzererts dat omhoog werd getrokken viel van een hoogte van 4 tot 5 meter op een groep arbeiders, van wie er één werd verpletterd. Dat ene slachtoffer was Joseph Debondt. Hij was 44 jaar.

Opvallend is dat wanneer de politie ter plaatse kwam om de eerste vaststellingen te doen, dezelfde ketting nog op een andere plaats brak! Het lichaam van de onfortuinlijke Joseph Debondt werd overgebracht naar het dodenhuis in de Korte Dijkstraat. Een gewonde dokwerker werd naar het hospitaal gebracht.

Vreselijk ongeluk

Vreeselijk ongeluk, artikel uit Het Laatste Nieuws, 19/1/1903 - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Het Laatste Nieuws, 19-1-1903, p. 2 – Bron: KBR, Belgicapress

Vreselijk ongeluk. – Zaterdag in de vooravond, heeft een verschrikkelijk ongeluk plaats gehad op de stoomboot Gorbea, op nr. 39 gemeerd. Door het breken van een ketting is de werkman Josef De Bondt, 54 jaar (sic), wonende in de Maasstraat 37, door een bak erts, wegende 1500 kg, op het lichaam getroffen. De ongelukkige werd afzichtelijk verminkt en was op slag dood. Het lijk is naar het dodenhuis in de Korte Dijkstraat overgebracht.

Antwerpen, artikel uit Het Nieuws Van Den Dag, 20/1/1903 - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Het Nieuws Van Den Dag, 20-1-1903, p. 2 – Binnenland, Antwerpen – Bron: KBR, Belgicapress

Antwerpen. – Aan nr. 39 van de dokken, waar een ploeg kaaiwerkers erts losten aan boord van de stoomboot Gorbea, gebeurde zaterdag een erg ongeluk. Een bak erts ging van de ketting van de kraan los, viel op de kaai en verpletterde onder een gewicht van 1500 kilo’s een dokwerker. De ongelukkige was op slag dood, zijn lijk was verschrikkelijk verminkt. Het slachtoffer, Jozef De Bondt, 54 jaar oud (sic), woonde in de Maasstraat 37.

Leed van een weduwe

We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe het nieuws bij Sophia Goris moet zijn toegekomen. Hartverscheurend. Er stond hen nog zoveel te doen samen. De twee jongens waren nog zo klein en ze was halverwege haar zwangerschap van een derde kind. Dan weet je echt niet hoe het verder moet, zou ik denken. Ze was 39 jaar en plots weduwe geworden, met weldra drie kinderen.

De S/S Gorbea voer op 22 januari 1903 de haven van Antwerpen terug uit, op weg naar Rotterdam. Voor Sophia Goris en haar gezin bleef de tijd even stilstaan.

Deze situatie moet bij enkele directe familieleden herinneringen opwekken van een helaas vergelijkbare situatie, waarbij mijn grootmoeder heel plots haar man verloor. Ze hadden drie kinderen en een vierde was onderweg. De grootmoeder waarvan ik spreek, was Eveline Debondt, de kleindochter van Joseph en Sophia Goris. Akelig hoe geschiedenis zich kan herhalen.

Posthume zoon

Drie maand na het overlijden van Joseph, op 26 april 1903, beviel Sophia van hun derde kind. Ze noemde hem Jos, of voluit Josephus Guilielmus Debondt.

De waarde van een mens valt niet in geld uit te drukken. Dat wordt duidelijk bij het verlies van een geliefde.

Rechtzaak

In oktober 1903, werd de kapitein van de S/S Gorbea, dhr. Azcue, schuldig bevonden aan onvrijwillige doodslag en veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een boete van 50 fr. De kapitein diende ook een schadevergoeding van 25000 fr. te betalen, namelijk 10OOO fr. aan de weduwe en 5000 fr. aan elk van de drie kinderen. De veroordeelde tekende beroep aan, maar dit werd niet ingewilligd. Ruw geschat en rekening houdend met de inflatie, zou die 25000 fr. nu 31000 € waard zijn. Een betrekkelijke som, maar werkelijk niets tegenover een mensenleven.

Le Matin

Les Martyrs du Travail, artikel uit Le Matin, 9/10/1903 - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Le Matin, 9-10-1903, p. 2 – Tribunaux – Les Martyrs du Travail

Rechtbanken
MARTELAREN VAN DE ARBEID. – Tijdens het lossen van het Spaanse stoomschip “Gorbea” brak de ketting van een kraan die op het schip was geïnstalleerd om de goederen uit het ruim te halen en een krat dat werd opgehaald viel van een hoogte van 4 tot 5 meter op een groep arbeiders, van wie er één werd verpletterd.
Vreemd detail: toen de politie aan boord ging om een onderzoek in te stellen, brak dezelfde ketting opnieuw op een andere plaats!
De kapitein werd vervolgd voor roekeloze doodslag en veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en een boete van 50 frank. De rechtbank kende ook tienduizend frank schadevergoeding toe aan de weduwe, de burgerlijke partij (advocaat Meester Van Doosselaere), en vijfduizend aan elk van de drie minderjarige kinderen. De 15.000 fr. bestemd voor de kinderen zullen worden opgenomen in het grootboek van de openbare schuld.

Opposition rejetée, artikel uit Le Matin, 13/11/1903 - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Le Matin, 13-11-1903, p. 3 – Tribunaux – Oppostion rejetée

BEROEP AFGEWEZEN. – We hebben de strenge straf bekend gemaakt die bij verstek is uitgesproken tegen de kapitein van de s/s “Gorbea”, aan boord waarvan een ongeluk plaatsvond dat het leven kostte aan een werknemer en verwondingen veroorzaakte bij een andere.
Naast een gevangenisstraf en een boete veroordeelde de rechtbank de kapitein tot het betalen van 25.000 fr. aan schadevergoeding.
Er werd verzet aangetekend. Dit verzet werd niet ontvankelijk verklaard, aangezien de kapitein niet op de zitting verscheen.

Veerkracht van een weduwe

Het is vast niet gemakkelijk geweest, maar Sophia is er desondanks in geslaagd om haar zoons gezond en wel groot te brengen. Geen van hen ging aan de haven werken.

Sophia Goris is niet meer hertrouwd en overleed in de eerste helft van juli 1948 in Wommelgem. Ze werd 85 jaar oud.

Josephus Henricus Debondt
° 7 november 1858, Puurs – † 17 januari 1903, Antwerpen

Antwerpen - Een ploeg havenarbeiders - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Een ploeg havenarbeidersAntwerpen
Antwerpen - Havenarbeiders aan de kaai - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Havenarbeiders aan de kaaiAntwerpen
Antwerpen - Dokwerkers lossen een schip in de Antwerpse haven - Illustratie bij blogbericht Het lot van een dokwerker uit Eva's Boom
Dokwerkers lossen een schip in de haven – Antwerpen

Bronnen


Graag een seintje bij het volgende blogbericht?


2 reacties op “Het lot van een dokwerker”

  1. Een drama, maar mooi verteld Eva.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: